‘Ga staan!’ fluistert Arrien me toe. Ik ben net in dienst bij DLV en geef samen met hem mijn eerste training. Ik doe de aftrap. Braaf ga ik staan. Later legt Arrien uit dat hij wil dat ik meer autoriteit pak. Hij staat zelf ook altijd bij de opening, want een trainer moet overwicht uitstralen. Ik ben jonger dan de meeste deelnemers en vrouw tussen de mannen, dus ik moet extra compenseren.
Destijds leek het een goede raad en ik heb hem een paar jaar opgevolgd. Maar ik doe het allang niet meer: tegenwoordig zit ik bij een training vrijwel altijd. Openen, een rollenspel begeleiden, vragen stellen aan de groep, oefeningen nabespreken, afronden – ik doe het allemaal zittend.
Het enige moment dat ik nog sta, is als ik uitleg of instructie geef. Dan sta ik bij de flap. Maar zodra er een vraag uit de groep komt, ga ik weer zitten. En dat is niet omdat ik nu een stuk ouder ben dan 29 of zo veel autoriteit uitstraal (haha), ik adviseer het ook de trainers die ik opleid. Want hoe meer je zit, hoe beter je training. Waarom is dat?
Andere lichaamstaal
Wanneer je zit bij een training geef je een ander signaal af dan wanneer je staat. Sta je terwijl de groep zit dan straal je meer autoriteit uit.
- Je bent letterlijk groter, de deelnemers moeten een beetje omhoogkijken.
- Je trekt de aandacht, omdat je als enige staat en de rest zit.
- Staand kom je als trainer ook gemakkelijker in de zendmodus.
Zit je samen met de groep dan straal je uit dat je gelijkwaardig bent en intimiteit wilt.
- Je zit op dezelfde hoogte als de deelnemers en bent dus even belangrijk.
- Je trekt niet méér aandacht dan de deelnemers. Daardoor heb je meer kans dat ze met elkaar in discussie gaan.
- Doordat je zit, kom je gemakkelijker in de ontvangmodus.
Of je gaat staan of zitten tijdens een training hangt dus af van wat je wilt bereiken. Staan = autoriteit pakken = zenden. Zitten = intimiteit zoeken = interactie.
Meer zitten = beter trainen
Een training wordt beter naarmate je als trainer vaker intimiteit zoekt dan autoriteit. Wanneer je te vaak autoriteit pakt, kom je al snel autoritair over. Je krijgt dan een passieve groep of lokt weerstand uit. Daarom kun je op veel momenten tijdens een training beter gaan zitten dan staan.
1. Bij de opening
Terug naar de opening. Waarom zou je dan zitten? Omdat je meteen interactie wilt. Je wilt checken hoe de deelnemers erbij zitten, vertellen over je programma en reacties uitlokken. Op die manier krijg je contact en dat is de basis voor je training. Dus ook al zend je, je boodschap is: ‘Ik wil interactie en contact. Ik ben er voor jullie.’
Die interactie hoeft niet eens met woorden plaats te vinden. Knikkende hoofden en glimlachende gezichten zijn ook genoeg. Bijvoorbeeld als je vertelt voor welke problemen jouw training een oplossing gaat bieden.
2. Bij een kritische vraag
Je legt iets uit en een deelnemer zegt: ‘Volgens mij werkt dat niet zo!’ Als je blijft staan, ontstaat er een discussie tussen jou en de deelnemer, terwijl de groep toekijkt. Ga daarom zitten en vraag de groep te reageren. Doordat je zit, kom je in de luisterstand en kun je de discussie leiden. Aan het eind trek je de conclusie. Nog steeds zittend, want je wilt checken of de boodschap aankomt. Voel je een ‘ja’, dan sta je op en ga je door met je uitleg.
3. Bij een rollenspel
Bij rollenspellen is het enorm vervelend wanneer iedereen zit behalve de trainer. Want wie trekt dan de meeste aandacht? De trainer. Al snel praat je samen met de groep over de oefenaar – letterlijk over zijn hoofd heen. Terwijl je wilt dat de oefenaar aandacht krijgt. Je wil dat de deelnemers naar hem of haar praten en je wilt laten voelen dat je er voor hem of haar bent. Ga daarom zitten – liefst naast de oefenaar, met de groep aan de andere kant. Hierdoor ben je op gelijke hoogte met iedereen. Signaal: dit is een gelijkwaardig gesprek en ik ben er voor jullie.
4. Na je uitleg
Je hebt net uitleg gegeven en wilt weten of alles helder is. Wanneer je blijft staan, straal je uit dat je boven de groep staat. Als er een vraag komt en je blijft staan, zeg je in feite: ‘Ik heb het goede antwoord.’ Dat is prima bij een echte vraag, maar vaak is een vraag eerder een discussiepunt (‘Maar ik dacht altijd dat … En nu zeg jij dat …’). Als je dan te veel autoriteit pakt, wek je eerder weerstand op. Ga dus zitten na je uitleg en wees echt benieuwd. ‘Ben ik helder?’ ‘Zijn er nog vragen?’ Vervolgens kies je wat je doet met de vraag. Of je geeft zelf antwoord – en dat antwoord zal dan beter aankomen dan wanneer je het staand geeft. Of je laat de deelnemers er onderling over discussiëren – en die discussie lok je gemakkelijker uit wanneer je zit.
5. Na een oefening
De deelnemers hebben net een oefening gedaan en je wilt horen of die is gelukt. Met je houding geef je aan hoeveel tijd je wilt nemen. Blijf je staan, dan is je signaal: ‘Ik vraag het wel, maar eigenlijk wil ik door met mijn uitleg.’ Ga je zitten, dan laat je zien dat je geen haast hebt. Deelnemers voelen dat ze mogen vertellen wat ze nog lastig vinden en dat je hun de tijd gunt om elkaar te helpen.
6. Bij het eind
En tot slot bij de afronding. Je vraagt misschien wat deelnemers vonden van de training of wat ze ervan meenemen. Je spreekt zelf de laatste woorden. Dan is het mooi als je allemaal zit, zodat je in een intieme sfeer afscheid kunt nemen.
Kortom: weet wat je wilt bereiken. Wil je autoriteit pakken en zenden? Ga dan staan. Wil je interactie en contact? Ga zitten. En wees je bewust dat te veel autoriteit al snel autoritair overkomt en weerstand oproept. 80% zitten en 20% staan is een aardige verdeling.
Toen moest ik wél autoriteit pakken
Ik heb een training gegeven voor een deel van een team en de teamleider klaagt bij Arrien. Volgens hem heb ik de boel niet goed in de hand gehouden. Arrien spreekt me erop aan, maar ik heb geen idee waaraan het ligt. Volgens mij is alles prima gegaan. Daarop biedt Arrien aan om mee te kijken bij de training voor de andere helft van het team.
Wat blijkt? Er zijn regelmatig onderonsjes tussen de deelnemers en ik doe daar niets mee. Ik ga gewoon door. Arrien houdt bij wanneer er gefluisterd wordt en laat me na afloop zien hoe de frequentie oploopt. Dat is wat de teamleider gevoeld had. Ik pak te weinig de leiding.
Arrien adviseert me om dit meteen de kop in te drukken. Een geweldige tip. Want ook al maakt het mij niet uit dat de deelnemers even onderling kletsen, toch is het belangrijk dat ik meteen mijn norm neerzet: graag alles centraal. Op die manier maak je duidelijk dat je de leiding hebt. (En natuurlijk doe je dat op een niet autoritaire manier, want anders ben je verder van huis.)
Kun je ook zitten in een kring met tafel?
Tegenwoordig train ik altijd in een kring met stoelen, zonder tafels. Op die manier ben je goed zichtbaar wanneer je zit. Maar bij sommige trainingen is dat geen optie. Om dan toch goed zichtbaar te zijn, kun je de kring deels openlaten. Daarmee ben je goed zichtbaar voor de groep. Naast je heb je dan nog één tafel waarop je je spullen kunt leggen.
Samen staan kan ook
Maar hoe zit het dan met mijn blog uit januari waarin ik pleit voor meer beweging in je training? Mijn eerste tip is: laat deelnemers staan als het even kan. Klopt dat wel met de boodschap dat je meer moet zitten als trainer?
Dat lijkt misschien niet zo, maar de crux is dat je als trainer op dezelfde hoogte bent als de groep. Niet het staan op zichzelf zendt autoriteit uit, maar het feit dat je als trainer staat en de groep zit. Wanneer je samen met de groep staat, bouw je ook aan intimiteit.
Ook zo leren trainen?
Wil je ook zo leren trainen? Dan kan in de opleiding Train de trainer.
Sinds ik hierover leerde in jouw opleiding speel ik hier heel bewust mee. En ik merk dat het werkt. Grappig genoeg werd ik er tijdens een kennismakingstraining bij een eventuele nieuwe opdrachtgever op aangesproken. Ik hoorde volgens hen te staan voor de groep. Want ik was ten slotte de trainer, de autoriteit. Hierdoor wist ik meteen dat dit nooit een plezierige samenwerking zou kunnen worden. Gelukkig dachten zij daar ook zo over. ; -)
Ha Hanneke,
wat een interessante ervaring. En fijn om dan ook van jouw kant te voelen dat hier geen match is.
Mooi blog Karin, helemaal mee eens, dit was echt een van mijn eye-openers van de opleiding. En wat betreft je laatste opmerking: ja, laat deelnemers zoveel mogelijk staan en bewegen, zo houd je de energie erin. Want dan sta je als trainer vaak ook. Het gaat er volgens mij om dat je hetzelfde doet als je deelnemers: zij zitten, jij zitten, zij staan, jij staan. Ook al is het niet zo zwart-wit: als trainer kun je ook zitten en een deelnemer voor de groep uitnodigen. Dan geef je even een stukje autoriteit aan die deelnemer en ook dat kan de intimiteit in de groep verhogen. Dynamiek tijdens de training vind ik heel belangrijk. Ik heb tegenwoordig per onderdeel verschillende werkvormen achter de hand: als de energie inzakt, laat ik deelnemers meer staan en rondlopen, en als de energie goed is, kan het ook zittend. Het helpt mij om van tevoren de training in m’n hoofd door te lopen en te visualiseren wanneer deelnemers en trainer staan en wanneer we zitten. Trainen is net een choreografie zoals een trainer mij laatst vertelde!
Ha Ellis,
mooie toevoeging: als jij zit en de deelnemer staat, is de dynamiek ook weer anders inderdaad!
Hallo Karin,
Natuurlijk kun je variëren met staan en zitten. (Voor trainer en deelnemers. Erg “Breinvriendelijk” en goed voor de energie!)
Mijn motivatie om regelmatig te gaan zitten is ook omdat ik nogal lang ben en het gevoel heb dat ik letterlijk op de deelnemers neerkijk. Vooral wanneer deelnemers dichtbij zitten.
Tijdens een discussie hierover tijdens een “Train de Trainer” met een mannelijke collega die ook behoorlijk groot was heb ik het gedemonstreerd. Ik ben dicht bij hem gaan staan, terwijl hij zat en gevraagd hoe hij dit beleefde. Hij moest toegeven dat het zelfs wat bedreigend overkwam. Daar gaat je veilige leeromgeving…
Dus ik zit veel. En wanneer het te gezellig wordt, ga ik gewoon even staan.
Ha Marcia, ik zie je demonstratie voor me, geweldig :)!
Ook een goed idee dat je gaat staan als het tè gezellig wordt.
Hoi Karen,
Wat een mooi inspirerend stukje. Ik denk dat de kern van jouw stuk gaat over het doel dat je wil bereiken met meer zitten. Het gaat dus niet om meer zitten maar om gelijkwaardigheid tussen trainer en deelnemers. Op die manier creëer je interactie en dus stimuleer je het brein van de deelnemers meer dan met zenden en hierdoor verhoog je het leerrendement. Als deelnemers meer staan, kun je dus als trainer ook meer blijven staan. Zo kom je ook tot gelijkwaardigheid en werk je mee aan een fysiek gezonder klimaat in je trainingen. Immers uit onderzoek blijkt dat niet perse meer beweging goed is voor lichaam en geest maar vooral minder zitten (“Zitten is het niet nieuwe roken” aldus Professor Frank Backx, hoogleraar sportgeneeskunde aan het UMC Utrecht.)
In mijn trainingen sta ik dus nog wel veel omdat ik mijn deelnemers ook veel laat staan en lopen!
Een setting zonder tafels is daar het meest ideaal in.
Ha Esther,
Leuk dat je zoveel staat in je trainingen. En inderdaad, allemaal achter een tafel staan geeft een beetje raar gevoel.
Ik herinner me door jouw berichtje hoe ik dat voorheen deed, toen ik nog groepen had die echt gewend waren om met tafels te trainen. Ik startte ik altijd met een kring met tafels om niet meteen weerstand op te roepen (want ik was al vrouw tussen de mannen en jonger en gaf verplichte communicatietraining – dus ik stond potentieel al met 3-0 achter) . Maar dan verzon ik ergens begin van de middag een oefening die we staand moesten doen en waarvoor de tafels naar achteren moesten. Als we dan weer gingen zitten, was het logisch de tafels achter de kant te laten staan.
Heel herkenbaar document Karin! Mede dankzij jouw trainingen in het verleden maar ook door ervaring wijzer geworden en het “spelen” met dit onderwerp ervaar ik de kracht van autoriteit pakken (staan) en intimiteit zoeken (zitten). Het creëert een vorm van dynamiek die zowel voor de deelnemers als ook voor de trainer prettig is. Je kiest het “momentum” en speelt daar op in wat de kwaliteit van de training ten goede komt. De laatste tijd heb ik ook meerdere keren te maken gehad met een zgn. “U-vorm” van tafels en stoelen. Dit lijkt een barrière te zijn om openheid en geborgenheid / intimiteit te creëren. Echter, door idd. naast een tafel te gaan zitten (afwisselend met staan en gebruik te maken van de ruimte door te lopen) of zelfs op een tafel te gaan zitten ontstaat er toch vertrouwen en betrokkenheid. Uniek om te zien dat het afwisselend staan en gaan zitten (mits goed getimed) een toegevoegde waarde is voor een goede succesvolle training!
Ha Eric,
leuk dat je deelt dat je ook met tafels prima zittend kan trainen.
Ik ben het er niet (helemaal) mee eens.
Ik ga bij het begin van een training altijd staan. Dat is niet om autoriteit te nemen, maar dat is uit respect voor de deelnemers. Ik vind dat een vorm van gastvrijheid. Ik vind dat net zo iets, als dat je een deelnemer altijd welkom heet en een hand geef bij het staan. Blijven zitten vind ik onbeleefd en niet respectvol.
Als deelnemer aan een training ervaar ik dat ook zo. Ik vind het fijn als een trainer/docent aan het begin van zijn training staat. Als hij dat niet doet, dan denk ik: ‘neemt hij/zij nog niet eens de moeite voor ons om te gaan staan’.
Sorry Karin 🙂
Gedurende de rest van de dag ben ik het met je eens, dan is er een afwisseling tussen zitten en staan, en ga ik zeker niet blijven staan bij een oefening als iedereen zit.
Beste Ingrid,
wat leuk dat je een ander geluid laat horen. Nooit aan gedacht dat iemand dat zo zou kunnen zien, dus fijn dat je het deelt.
Ik kan me voorstellen dat je gaat staan als je dat zelf niet respectvol vindt als een trainer blijft zitten.
Ik ken deze norm wel van als je iemand begroet die binnenkomt (op een feestje bijvoorbeeld). Dan heb ik ook geleerd dat het onbeleefd is als je blijft zitten (Geleerd van mijn moeder die dat uitermate belangrijk vond; dus zodra zij binnenkwam siste ik de kinderen toe: ‘ga staan!’ Haha. Nu doen ze het uit zichzelf gelukkig.).
Ik ga dit een volgende keer eens navragen in een groep, of meer mensen dit zo ervaren. Dus dank! (en geen sorry :))
Ja leuk. Ben heel benieuwd.
Ik heb net een poll via Facebook gedaan bij ‘mijn’ Belgische coachopleiding-studenten. Ik zie hun al sinds september 1 dagdeel per week, gedurende het hele academiejaar. En wat denk je?
Misschien toch een (zuidelijk) cultuurverschil? ????
Dus je bedoelt dat jouw Belgische studenten het een teken van respect vinden als je gaat staan? (even checken voor de helderheid :))
Ik heb afgelopen jaar een groep Belgische en Franse trainers getraind. Die waren gewend om te gaan staan en vonden het fijn om te gaan zitten. Toch eens navragen als ik ze weer zie. Zij trainen internationaal dus misschien kunnen ze ook iets vertellen over ervaringen in verschillende landen.
(of wat ook kan: je ’traint’ je groep om dat te vinden wat je zelf als trainer vindt… dus bij jou vinden ze staan respectvol en bij mij vinden ze zitten prettig, gewoon omdat wij ons daar zelf prettig bij voelen… )
Mooie inzichten Karin.
Leuk en herkenbaar artikel. Ik geef nu kleine vijftien jaar trainingen en opleidingen en herinner me nog dat ik toen vaak al zittend begon. Bij een training met en voor trainers kwam het onderwerp zitten en staan voor een groep ter sprake. Ik weet nog dat ik als eigenwijs werd bestempeld omdat ik liever zat en werkte in kring waar we reflecteerden en dialoog wilden. Dat was indertijd ‘not done’ waarschijnlijk door de opleiders van trainers toen zo ingebakken. Gelukkig leert de tijd mij en anderen dat de principes zijn verschoven en meer vanuit gelijkwaardigheid wordt gewerkt en zelfs zoals nu een bewuste keuze vanuit de strategie in je programma.
Leuk Norbert!
Hallo Karin,
Wat fijn om te lezen. Ik doe precies wat jij beschrijft. Zit veel, leg staand uit, voer zittend discussies. Dit gaat vrij natuurlijk. Ik vroeg me regelmatig af of ik niet meer zou moeten staan, zo wordt het in een Training de Trainer vaak aangeleerd. Het lezen van jouw tekst geeft de externe bevestiging van wat ik intern al wist. Leuk!
Hallo Karin en Inge,
Reactie op voorgaande reactie: ik had precies hetzelfde! Ik zit veel, sta af en toe op en dat alles vrij natuurlijk. En ik vroeg me vaak af of ik als trainer eigenlijk niet meer zou moeten staan. Door deze blog niet meer. Maar ik kan er nu wel bewuster mee omgaan. Kiezen wanneer het misschien toch handig is om toch even te gaan staan. Of zitten.
Dank weer, Karin!
Leuk om te lezen, evenals alle reacties.
Wat betreft het welkom en respect gevoel: daar werk je natuurlijk ook aan door bij de deur te staan als de deelnemers binnenkomen en iedereen een hand te geven.
Zelf ga ik vaak op een tafel zitten, zodat ik wel boven de groep uitkom, maar niet teveel. Dat alleen als de deelnemers ook aan tafels zitten. Iedereen in een kring zonder tafels is nog steeds het beste, maar dat kan mensen wel belemmeren in het maken van aantekeningen, dus je moet ook inschatten hoe belangrijk het is dat ze dingen opschrijven.
En… nu nog open vragen stellen dan wordt de betrokkenheid nog groter???? met inspirerende groet, Ben