Het begin van een training. De trainer heeft zijn programma enthousiast toegelicht en stelt een bekende vraag: ‘Wat zijn je leerdoelen?’ Mijn buurman heeft een mooi verhaal, maar ik schiet in een kramp.
‘En Karin, wat zijn jouw leerdoelen?’
‘Uuh, tsja, ik weet het eigenlijk niet… Ik vind het onderwerp erg leuk en ik vind het ook belangrijk om meer te weten van de hele dynamiek in een groep.’
‘Maar wat zijn je leerdoelen, wat is je focus?’
‘Uuh… iets over wat je moet doen als er spanningen zijn in de groep?’
‘Ja, dat kan. Heb je daar ervaring mee?’
‘Uuh, ja, vast wel… Ik uh kom er nu niet meteen op, maar…’
‘Dan kom ik daar nog bij je op terug, goed? Als je het wat beter weet, hoor ik het graag van je.’
Ieks, de training is nog maar net begonnen en ik ben nu al gezakt! Mijn buurman kijkt dus wel link uit en verzint ter plekke een mooi verhaal. Maar de volgende deelnemer gooit zijn kont tegen de krib: ‘Leerdoelen? Die heb ik niet. Mijn baas misschien wel. Van hem moest ik hierheen.’ En voor je het weet, ontaardt de kennismaking in een gevecht tussen de trainer die leerdoelen eist en een deelnemers die ze niet geeft. In de pauze hoor ik de trainer aan de telefoon mopperen: ‘Weer zo’n lastige groep zonder leerdoelen!
Een onmogelijke vraag
Wie heeft er nu gelijk: de mopperende trainer of de ‘lastige’ deelnemer? Ik denk die laatste, want de trainer stelt een onmogelijk vraag: hij vraagt deelnemers naar iets dat ze heel vaak nog niet kunnen weten.
Stel je eens voor dat je nog nooit op schoenen hebt gelopen. Je hebt er wel over gehoord en af en toe zie je ook mensen met schoenen aan. Je hebt het best wel vaak koud en stapt zo nu en dan in de kauwgum. Dus besluit je dat je ook wel eens schoenen wilt proberen. Je gaat naar een schoenenwinkel, maar vlak voor de ingang houdt de verkoper je tegen. ‘Wat voor type schoenen wilt u precies hebben?’ ‘Dat weet ik niet, ik wil graag eerst even kijken. Mag dat?’ ‘Nou, nee, zo’n ongemotiveerde koper willen we hier niet. Wij willen alleen mensen die weten wat voor schoenen ze willen. Dus misschien kunt u er even over nadenken en komt u later terug.’
Vragen naar leerwensen is vaak vragen naar de onbekende weg. Wie nog nooit op schoenen heeft gelopen, weet niet wat zijn of haar schoenwensen zijn. Alleen als ik al veel schoenen in mijn kast heb staan, weet ik precies welke ik nog mis. Met trainingen is het niet veel anders. Veel deelnemers hebben wel het idee dat de training nuttig kan zijn, maar ze weten niet precies wat ze nog missen.
Hoe verder?
Hebben deelnemers dan helemaal geen wensen? En moet je als trainer dan niet proberen om aan te sluiten bij hun behoeftes? Natuurlijk wel! De ene deelnemer is de andere niet. Ze verschillen allemaal en brengen uiteenlopende kennis en ervaringen mee: de één kan dit heel goed, de ander dat. Daarom is het belangrijk om inzicht te krijgen in datgene waarmee je de deelnemers verder kunt helpen. Dat doe je niet door te vragen naar leerdoelen. Maar hoe dan wel?
1. Contact voor contract
Zorg dat je tijdens de kennismaking aan alle kanten de boodschap uitstraalt ‘Jij mag zijn wie je bent’. Ik hoorde laatst een geweldig verhaal van een collega die wist dat er veel weerstand was bij een verplichte training. Tijdens zijn opening zei hij dat dat oké was. ‘Ook als je hier 2 dagen je tijd gaat uitzitten en uit het raam gaat staren, is dat goed.’ Daarna nam hij een uur de tijd om stoom af te blazen: iedereen mocht klagen over de organisatie en deze training. Daarna heeft hij heerlijk met ze gewerkt. Ik zeg niet dat dat altijd nodig is – meestal niet. Maar ik pleit voor aansluiten bij de situatie van je groep is en van daaruit verder werken. Contact gaat voor contract.
2. Spreek de taal van de deelnemers
Natuurlijk is het fijn om te weten wat je deelnemers willen leren, maar ‘leerdoelen’ zijn echt trainersjargon. Vraag deelnemers liever wat ze lastig vinden of waar ze tegenop zien. Richt je vraag op het onderwerp van de training.
- Welke medewerker ergert je het meest? (bij leidinggeven)
- In welke situatie wil je je zin krijgen en lukt dat je maar niet? (bij assertiviteit)
- Welk moment in een verkoopgesprek vind je het lastigst? (bij verkopen)
3. Laat je etalage zien
Laat helder zien wat de deelnemers bij jou kunnen leren en welke onderwerpen je aansnijdt. Start bij de praktijk van de deelnemers. Welke situaties vinden ze lastig en hoe leren ze in de training daarmee om te gaan? Hoe concreter je het formuleert, hoe eerder ook die ongeïnteresseerde deelnemer linksachter aansluiting vindt.
4. Laat de deelnemers iets doen en vraag dan door
Ga aan de slag. Pak een onderdeel bij de kop, laat ze ermee oefenen en vraag daarna wat goed ging en wat nog lastig was. Vanuit die ervaring kunnen ze moeiteloos een leerdoel formuleren – ook al zullen ze het eerder een voornemen noemen dan leerdoel. ‘Ik wil vaker zeggen wat ik vind.’ ‘Ik wil doorvragen bij bezwaren van de klant.’ ‘Ik wil van elke medewerker 2 plussen en 2 ontwikkelpunten noteren.’
5. Geen leerdoelen? Confronteer!
Iemand zonder schoenen die in een warm klimaat op het strand leeft, zal wel gek zijn om schoenen te kopen. Die heeft inderdaad geen schoenwensen. Maar laat hem een stukje in de stad lopen en zijn verlangen wordt wakker geschud. Zo kun je ook in de training te werk gaan. Start met een situatie waarmee deelnemers het zeker lastig zullen hebben en confronteer hen daarna met hun fouten. Zonder dat je praat over leerdoelen zullen ze warm lopen voor wat je te vertellen hebt. Je leest daar meer over in dit blog.
Meer weten?
Nieuwsgierig naar deze manier van trainen? Je leest er meer over in het boek Trainingen ontwerpen. Of bezoek ons Oriëntatiewebinar.