Alle trainers doen het: een programma op de flap zetten. Maar hoe maak je een programmaflap zo pakkend mogelijk? In dit blog lees je welke valkuilen je kunt tegenkomen. En je natuurlijk ook hoe je het beter kunt doen.
Programmaflap 1.0
Van een trainer zag ik laatst deze programmaflap voor een workshop over omgaan met klagers.
Op het eerste gezicht is dit een prima programmaflap: overzichtelijk, leuke tekeningetjes en goed leesbaar dankzij een prima handschrift. En toch pakt de flap me nog niet echt. Dat zit ‘m in de tekst, want punt 1, 3 en 5 zijn erg generiek. Die zouden voor elke training kunnen gelden. Want elke training kan starten met een casus, daarna een stappenplan en vervolgens uitproberen.
De programmaflap beschrijft dus weinig inhoud en dat motiveert niet. De enige inhoud zit in punten 2 en 4: ‘waarom klagen mensen’ en ‘vragen stellen’. Maar die inhoud is weer niet zo spannend geformuleerd. Als deelnemer interesseert het me namelijk niet zo waaróm mensen klagen. Ik wil weten hoe ik ze ermee laat ophouden! En ‘vragen stellen’ heb ik wel vaker gehad in een training, dus dat klinkt ook niet zo interessant.
Programmaflap 2.0
Ik laat de trainer weten dat haar programmaflap nog beter kan en ze wil er meteen mee aan de slag. Ik geef haar daarom drie tips hoe ze haar flap aantrekkelijker kan maken.
- De lastige praktijk: verwoord een voorbeeld waar deelnemers tegenaan lopen. Dat raakt ze. Je training is dan geen abstracte theorie, maar gaat in op iets waarvan ze last hebben.
- Jouw medicijn: vertel de deelnemers iets pakkends wat alleen jij biedt, niet méér van wat ze toch al kennen. Daardoor snappen ze dat ze iets nieuws gaan leren en daar houden ze van.
- Hun verlangen: geef ook aan wat jouw medicijn de deelnemers oplevert. Zeg dat in hun taal. Dan voelen ze ‘what’s in it for me’.
De volgende dag krijg ik de volgende programmaflap van de trainer in mijn mailbox.
Deze programmaflap is al een stuk aantrekkelijker. Waardoor komt dat?
- Bij 1: de buurvrouw. Die maakt het programma concreet en herkenbaar. Ik heb weliswaar geen klagende buurvrouw, maar ik zie haar toch voor me. En ik denk aan mijn klagende vriendin. Wat een energieslurper kan dat zijn!
- Bij 3: de oplossing. Die wordt nog effe lekker ingekopt – voor zeuren werkt het programma ook! Nu denk ik aan mijn dochter. En ik krijg een oplossing, dat lijkt me fijn zeg!
- Bij 4: ‘vloeiende vragen’ lijken me lekker. Want inderdaad, ik stel weleens vragen, maar vloeiend zijn ze nog niet. Af en toe weet ik echt niet meer hoe ik moet reageren.
- Bij 5: nu vallen alle stappen lekker op hun plek. En die gaan me wat opleveren: van klagen naar progressie
Programmaflap 3.0
Ik mail de trainer met volmondige complimenten. Maar omdat ik haar intussen heb leren kennen als collega-perfectionist voel ik me vrij om nog twee punten op de i te zetten.
- Bij 2: ik vind ‘Waarom klagen mensen’ nog niet zo sexy. Het wordt mooier als de trainer hier een glimp van het waarom laat zien en het woord ‘waarom’ weglaat. Dus geen vraag stellen, maar een tipje van de sluier oplichten.
- Bij 5: ‘progressie’ is nog wat te afstandelijk. Progressie is trainersjargon, als deelnemer zou ik mijn verlangen zo niet formuleren.
En ja hoor, de dag erop zie ik versie 3 in mijn mailbox.
Deze programmaflap is nog beter. Vooral ‘het verlangen van de klager’ intrigeert me. Want welk verlangen heeft mijn dochter eigenlijk? En mijn schoonzus? Ik heb daar nooit zo bij stil gestaan, ik vind hun gedrag vooral irritant. En het woord ‘bloei’ vind ik mooi. Dat lijkt me fijn om te bereiken. Kortom: deze flap is top!
Content is king!
Als je een programmaflap maakt, is de verleiding groot om generieke termen te gebruiken en vooral werkvormen te beschrijven. Maar werkvormen boeien je deelnemers niet. Zorg er daarom voor dat je werkvormen altijd omzet in inhoud. Wat doe je in die werkvorm of wat levert die je deelnemers op? Dan krijg je een programma dat veel meer pakt.
Form follows function
Tekeningen op een programmaflap zijn hartstikke leuk. Ze maken dingen extra duidelijk en fleuren je flap op. Maar tekeningen kunnen je ook verleiden om te blijven denken in werkvormen. Dan krijg je tekeningen op de flap die gaan over ‘kennismaken’, ‘uitleg theorie’, ‘oefenen in groepjes’, ‘conclusies’ en ‘hoe verder’. Zulke algemene tekeningen zeggen weinig en motiveren daardoor niet. Bedenk daarom altijd eerst welke inhoud je op een programmaflap kwijt wilt. En maak er dan pas tekeningen van.
Meer van dit soort tips?
Ben je op zoek naar meer van dit soort handige tips waarmee je de punten op de i zetten in je training? Dan is de opleiding Didactisch meesterschap misschien iets voor jou. Die is speciaal bedoeld voor ervaren trainers die hun professionele groei flink willen versnellen.
Mooie reminder en sprekend voorbeeld, bedankt!
Superleuk om te delen met de trainers hier! Bij de start al uitdagend, leuk!
Dank je wel.