Als ik wat langer achter elkaar train worden de deelnemers soms moe van ‘weer een oefening met een eigen casus’. En ook ik word soms flauw van mijn eigen voorbeelden. Dan is het heerlijk om een filmfragment te gebruiken. Met een stukje film van 2 minuten vertel je vaak meer dan met een uitleg van een kwartier. Bovendien heb je zo meteen een geweldige casus waar de deelnemers actief aan de slag kunnen. Maar hoe kom je aan de goede fragmenten en hoe zet je zo neer dat je de groep optimaal laat leren?
Fragmenten vinden
Levensechte fragmenten vind ik altijd toevallig – en ook weer niet. Toevallig, omdat ik nooit van te voren weet of ik een fragment ga vinden. En ook weer niet omdat ik altijd kijk met de bril van de trainer. Hier is de truc.
1. Kijk veel tv
Zelf kijk ik het liefst naar programma’s met ‘gewone mensen’ – documentaires, interviews of docudrama’s als ‘Hello goodbye’ en ‘Bonje bij de buren’ – omdat je dan echt gedrag voorbij ziet komen. Films bieden soms ook mooie fragmenten. Maar die doen me minder, omdat het script bedacht is waardoor je geen echt gedrag ziet. Net zoals een demonstratie op een deelnemer altijd meer indruk maakt dan een demo tussen twee trainers of acteurs.
2. Kijk als trainer
Neem een communicatiemodel in je hoofd en je zult zien hoe je dat op de raarste plekken terug ziet komen. Zie onderstaand voorbeeld waarin ik de STAR zie terugkomen in de documentaire Rauwer!
Rauwer en de STAR
De afgelopen weken zat het model van de STAR in mijn hoofd: een methode waarmee je sollicitatiecommissies kunt leren om door te vragen op kandidaten. De essentie is dat je vraagt naar echte ervaringen en geen hypothetische situaties voorlegt (wat-als). Dat bereik je door kandidaten te vragen naar een echte Situatie, hun Taak daarin, hun Acties en het Resultaat: STAR.
Met dit model in het achterhoofd zag ik de documentaire Rauwer, over Tom en zijn moeder die alleen rauw voedsel eten. De rechter moest beoordelen of Tom in goede handen was bij zijn moeder. Het is een geweldig fragment om te bekijken vanuit de STAR. Helaas is de documentaire niet meer te vinden. Daarom vertel ik hier wat je ziet en hoe je dat kunt koppelen aan de STAR.
- De rechter begint goed door te vragen naar de situatie: ‘Eet je wel eens een frietje? Weet je moeder dat en wat vindt ze daarvan?’ (Situatie en begin van een vraag naar Actie).
- Tom stottert wat en dan vraagt de rechter door: ‘Het is niet zo dat ze je dan slaat?’ – Tom lacht en zegt nee. ‘Of naar bed stuurt?’ – Tom kijkt weg . (Vragen naar Aktie, maar wel erg suggestief en de rechter laat geen ruimte voor een antwoord, want …)
- De rechter vraagt meteen door: ‘Hoe zou ze reageren als je zou zeggen dat je niet meer rauw wilt eten?’ (De grote valkuil van elke sollicitatiecommissie: de wat-als vraag!)
Kortom: komt de rechter erachter wat de moeder daadwerkelijk doet? Nee! En komt dat doordat hij de STAR niet gebruikt? Ja!
Inzetten in de training
Als je eenmaal een fragment gevonden hebt, kun je dat op 3 manieren gebruiken om deelnemers actief te laten leren. Je kunt ze:
- de theorie laten ontdekken;
- de checklist laten herkennen;
- nieuw gedrag laten oefenen.
De theorie ontdekken
Stel dat je de theorie over de Star wilt uitleggen. Nog voordat je er iets over verteld hebt, laat je het fragment zien. Je geeft de deelnemers de opdracht om te bekijken of de rechter op deze manier de waarheid achterhaalt en wat hij daarin precies doet. Deelnemers ontdekken nu zelf te theorie of je merkt dat ze een misvatting hebben (als deelnemers vinden dat de rechter goede vragen stelt, heb je echt wat toe te voegen in je theorie). Daarna licht je de theorie toe en laat je de deelnemers daarmee oefenen.
Voorbereiding
- Bedenk vooraf welk doel de deelnemers in hun praktijk willen behalen met jouw theorie. Het doel van de STAR is: de waarheid achterhalen over iemands gedrag in een cruciale situatie.
- Vertaal dit naar het doel van het fragment. Hier is dat: komt de rechter te weten hoe Toms moeder reageert als Tom niet rauw eet?
- Zet zelf op een rij wat de hoofdpersoon in het fragment handig doet en wat niet.
- Controleer: komt je lijstje met handig/onhandig gedrag overeen met de theorie die je wilt gebruiken? Als dit zo is, kun je het fragment gebruiken om de deelnemers zelf de theorie te laten ontdekken.
De checklist herkennen
Je kunt het fragment ook gebruiken nadat je de theorie hebt uitgelegd. Belangrijk is dat je in je uitleg een concrete checklist hebt gegeven met gedragstips. Je toont het fragment en vraagt de deelnemers om te bekijken welke elementen van de checklist ze herkennen en welke niet. Hiermee verwerken de deelnemers de theorie, ze leren hoe ze hem kunnen herkennen in de praktijk. Je kunt de antwoorden op verschillende manieren nabespreken.
- Laat de deelnemers hun antwoorden in tweetallen vergelijken en daarna plenair de verschillen bespreken.
- Je laat de deelnemers hun antwoorden vergelijken met een antwoordvel.
- Laat het fragment nog een keer afspelen en zet het stop bij eerste interventie. Vraag: ‘Wat doet persoon A wel/niet?’ Laat de deelnemers experimenteren met ander gedrag volgens de checklist. Als een groep weerstand heeft tegen rollenspellen is dit een goede manier om soepel aan het oefenen te krijgen.
Voorbereiding
- Kijk met je checklist naar het fragment: kun je invullen wat persoon A wel of niet doet?
- Als dat lukt, weet je dat je een goede oefening hebt. Door zelf de antwoorden precies te formuleren heb je bovendien meteen het antwoordvel gemaakt.
Nieuw gedrag oefenen
Wanneer deelnemers zelf geen praktijkcasussen meebrengen, kun je het fragment gebruiken om hen te laten oefenen met nieuw gedrag. Dit werkt alleen als het fragment duidelijk toont wat iemand verkeerd doet én als er een duidelijke relatie bestaat de praktijk van de deelnemers. Ik zou het fragment uit Rauwer dus goed kunnen gebruiken om rechters op ‘Tom’ te laten oefenen. In een training over sollicitatiegesprekken zou ik het hooguit als opstapje gebruiken, maar daarna is het belangrijk dat deelnemers nog echt aan de slag gaan met sollicitatie-cases. Anders is de stap naar de praktijk te groot.
Kernoefening voor rechters
- Werk in drietallen: 1 deelnemer oefent (een deel van) de checklist, 1 deelnemer is tegenspeler, 1 deelnemer is observant.
- Zet de situatie neer. In dit geval: de oefenaar is de rechter en moet ontdekken wat Toms moeder doet als hij niet alleen rauw voedsel eet.
- Instrueer de tegenspeler. ‘Tom’ bedenkt vooraf wat zijn moeder doet en geeft antwoord als hij daar echt toe verleid wordt. Hij probeert tijd te rekken met ‘uuhh’ en vermijdende antwoorden.
- Tijdens de oefening noteert de observant het gedrag van de oefenaar. Na 5 minuten zet hij het spel stil en geeft hij feedback aan de hand van de checklist. In dit geval: welke elementen van de STAR heeft de rechter wel of niet gebruikt?
- Laat de oefenaar opnieuw oefenen met de onderdelen die hij nog niet goed beheerst. Stop de herkansing als hij succes heeft.
Ook zo leren trainen?
Kom dan naar de opleiding Train de trainer.
Ik gebruik vaak filmpjes tijdens mijn trainingen. Filmpjes gebruik ik met verschillende doelen: als observatie-oefening, uitleggen van theorie door een deskundige, of als uitknaller van de training.
Het heeft avonden gekost om een leuke filmpjes-bibliotheek aan te leggen. Hiervoor gebruik ik youtube filmpjes.
Maar wat ik graag nog zou willen, is het downloaden van een TV uitzending, en dan vervolgens het desgewenste fragment eruit knippen. Heb je hier ook tips voor?
groetjes Ingrid
Ha Ingrid,
dat klinkt jaloersmakend, een hele bibliotheek van youtube-filmpjes :-). Op je vraag over reguliere tv uitzendingen geef ik antwoord via een mailtje aan je want dat is te lang om hier te doen.
Hartelijke groet,
Karin
Hallo Karin,
zou je mij de mail die je aan de vorige schrijver gestuurd hebt of stukjes uit tv uitzendingen halen en opslaan, ook willen mailen.
Met groet,
Wilga