Online krachtig uitleggen – 7 tips

‘Je praat te veel!’

Een docent van een hogeschool meldt zich met een vraag. ‘Ik heb mijn studenten om feedback gevraagd en ze vinden dat mijn uitleg te lang duurt. “Je praat te veel!” De keer daarop heb ik het anders aangepakt. Ik heb verteld dat er drie soorten doelen zijn voor een bijeenkomst: kennisdoelen, houdingsdoelen en vaardigheidsdoelen. Meer niet. In groepjes moesten ze opzoeken wat die doelen precies inhouden en er voorbeelden van zoeken. Daarna heb ik ze hun resultaten aan elkaar laten presenteren. Ik heb weer feedback gevraagd en nu vonden ze dat ik ze te veel liet zwemmen. “Leg het maar gewoon uit!”’

Allereerst, chapeau dat deze docent feedback vraagt. Ze geeft online les en dat is veel lastiger dan lesgeven in de klas. Je voelt minder verbinding en de deelnemers vinden al snel dat een uitleg te lang duurt.

Maar wat dan?

‘Zoek het zelf maar op’ is geen oplossing. Want deelnemers willen geen lange uitleg, maar wel houvast. Hoe krijg je dat voor elkaar? Hieronder geef ik 7 tips hoe je online kort en krachtig uitleg geeft.

1.

Neem je uitleg op en laat de deelnemers die vooraf online bekijken. Voordeel: de snelle jelles kunnen de uitleg versneld afspelen. De meeste mensen denken veel sneller dan gesproken tekst gaat, zodat vooraf bekijken sneller kan dan boven live luisteren. Behalve als de docent Matthijs van Nieuwkerk heet.

2.

Start met een doelgerichte opdracht. Soms heb je taaie stof uit te leggen. Bijvoorbeeld ‘soorten doelen’, ‘de fases in projectmanagement’ of ‘de meldcode kindermishandeling’. Wat niet werkt, is om de deelnemers zelf op te laten zoeken wat dat is. Google mag dan je beste vriend zijn, maar de meeste deelnemers vinden dit geen fijne opdracht. Ze krijgen daardoor het gevoel dat ze jouw werk doen.

Wat werkt wel? Geef een of meerdere voorbeelden en laat ze bedenken hoe de theorie daarin terugkomt. Bijvoorbeeld:

  • Drie voorbeelden van doelen en welke is welke?
  • Een beschrijving van een project en hoe zitten de fases erin?
  • Drie cases en wat moet je doen volgens de meldcode?

De meeste deelnemers zijn dol op zulke praktische opdrachten. Bovendien is vooraf duidelijk dat ze heldere terugkoppeling gaan krijgen. Die kun je bijvoorbeeld geven met behulp van een antwoordvel. Stuur zo’n vel na 10 minuten in de whatsapp groep of mail het en laat de deelnemers hun antwoorden in subgroepjes vergelijken.

3.

Maak de groepjes niet groter dan nodig. Ik zie vaak groepjes van 4 of 5 deelnemers die iets moeten bespreken, maar dat is zonde. Een deel komt er niet tussen of is niet actief. En zeker online is het lastig om te weten wanneer je aan de beurt bent. Laat bespreekopdrachten daarom in tweetallen doen en rollenspellen in twee- of drietallen. Voor een complexe vaardigheid heb je een observant nodig en kies je voor drietallen. Voor een simpele vaardigheid kun je toe met tweetallen.

Bekijk hier het boek Online trainen »

4.

Stop op tijd met praten. We willen vaak volledig zijn. Zeker als deelnemers je stil zitten aan te kijken, vul je al snel in dat je niet duidelijk bent en ga je jezelf herhalen. Wil je checken of je dat doet? Neem jezelf dan eens op en kijk terug. Vaak zie je het dan meteen. En als je vervolgens van jezelf baalt: het komt voort uit een goede intentie, namelijk dat je duidelijk wilt zijn. Zit jezelf dus niet te veel op je kop.

5.

Lok reacties uit in de chat. Stel na elk stukje een vraag en laat de deelnemers antwoord geven in de chat. Zorg ervoor dat iedereen antwoord geeft en tel dus hoeveel antwoorden je krijgt. Niet als kinderachtige controle en dwang (‘Je moet meedoen!’), maar omdat je de antwoorden nodig hebt om verder te kunnen. Je wilt weten wat er omgaat in de hoofden van de deelnemers, zodat je gericht verder kunt trainen.

Vragen die reacties uitlokken zijn bijvoorbeeld:

  • ‘Wat roept dit op?’ Deze open checkvraag is heel effectief, zeker bij gemotiveerde groepen. Je krijgt precies in beeld wat iedereen denkt.
  • ‘Heb je een eigen voorbeeld waarin je dit herkent?’ Laat er een paar mondeling toelichten.
  • ‘Heb je een voorbeeld waarin dit nog weleens lastig kan zijn?’ Pak er een op en ga ermee aan de slag. Hoe kun je in dit voorbeeld de theorie toepassen?
  • ‘Wat lijkt je lastig in deze stappen?’ Laat een paar mensen toelichten en kondig daarna de volgende oefening aan waarin ze precies dit stukje gaan oefenen.

6.

Zorg ervoor dat de deelnemers jou kunnen zien. Op LinkedIn las ik een stukje over een les voor twaalfjarigen. De juf zei: ‘Ik deel mijn PowerPoint dus ik kan jullie niet zien. Zorg er daarom zelf voor dat je aangehaakt blijft’. Maar aangehaakt blijven, is niet alleen de verantwoordelijkheid van de deelnemer. Het is ook de verantwoordelijkheid van de trainer.

Wanneer deelnemers alleen een PowerPoint zien, is de neiging om af te haken heel groot. PowerPoint = kop dicht en luisteren. Gebruik daarom liever een flap. Wil je toch een PowerPoint gebruiken? Gebruik dan een platform waarbij je de PowerPoint op de achtergrond kunt projecteren en je zelf op de voorgrond zichtbaar bent. Want als de deelnemers je zien, is de drempel om te reageren veel lager. En natuurlijk geef je vooraf aan dat je het fijn vindt dat ze je onderbreken wanneer ze iets niet duidelijk vinden of een vraag hebben.

Bekijk hier het boek Online trainen »

7.

Denk om. Veel trainingen zijn opgebouwd vanuit de theorie en dan is het logisch dat je veel zendtijd nodig hebt. Het werkt beter als je denkt vanuit de praktijk van de deelnemers. Welke lastige situaties komen die tegen en welke theorie helpt hen daarbij echt verder? Als je deze vragen voor ogen houdt, kun je veel darlings killen.

Mijn eigen maat is dat ik in een trainingsonderdeel van 3 uur hooguit 15 minuten besteed aan de uitleg van de theorie. Dat wil niet zeggen dat we verder alleen in subgroepjes werken. Een deel doen we nog steeds plenair, met opdrachten en gesprek. Maar de theorie is kort. Voor- en achteraf kunnen de deelnemers hand out’s lezen en extra uitlegfilmpjes bekijken. Zo krijgen ze toch de noodzakelijke kennis.

5 gedachten over “Online krachtig uitleggen – 7 tips”

  1. Alweer bedankt Karin voor deze heldere uitleg. Heb vorige week jouw Webinar over online trainen gevolgd bij de NOBTRA. Ben er weer veel wijzer van geworden. Ga deze Webinar tips en van deze blog in mijn volgende online training toepassen. De PowerPoint gebruik ik overigens heel selectief om filmpjes te laten zien en de checklist door te nemen. Ik ervaar dan niet direct dat deelnemers afhaken als ik het kort en gericht houd. De chat is inderdaad een mooi hulpmiddel. Ik zet ze vaak met een vraag aan het werk en bespreek dan de antwoorden plenair. Wat wel lastig kan zijn als de deelnemers antwoorden van elkaar overnemen, of een mobieltje gebruiken waar de chatfunctie niet (goed) werkt. Hoe ga je daar goed mee om? Techniek blijft altijd een uitdaging online:)

    Beantwoorden
    • Mee eens…webinar was top.
      Hier nog een tip: Als je geen powerpoint wilt gebruiken kun je de filmpjes ook delen of de link in de chat zetten, dan kan iedereen dat zelf aanklikken, maar misschien doe je dit al lang zo ;-).

      Beantwoorden
    • Ha Michael
      wat leuk om te lezen.
      Ik vind het niet erg als deelnemers antwoorden van elkaar overnemen; afkijken bij anderen is een goede leerstrategie. Als dit wel erg is, stel je misschien teveel feit/kennisvragen. Als je toepassingsvragen stelt, of naar eigen casuistiek of eye openers vraagt, geven deelnemers vaak eigen antwoorden.
      Met een mobieltje is er inderdaad veel minder mogelijk. Dan zou ik mensen mondeling antwoord laten geven.
      Ik deel trouwens ook graag filmpjes; dan is het juist goed als mijn hoofd niet in beeld is en afleidt.
      Succes met je trainingen!

      Beantwoorden

Plaats een reactie